LIJDEN
Het karnen van de oefengeest
laat oceanen wervelen maar welk
mens kan voorgoed zo wiegen
vluchtig wordt men hier verteerd
in dit waanpaleis waar zelden
zich een juweel verwaardigt
zo hevig lokt weefsel en stampt
en hunkert frêle adem dat dagelijks
wij stijgend dalend sterven
het karnen van de oefengeest
verdunt behoeftig bloed
tot verhelderende volheidsdamp
slaat blinde aanspraak stom
op sprankelende visioenen van
levend bedoeld zijn.
ZUIVERING
Veeg het vuil van vele eeuwen
minuscuul verdeeld over
miljarden hongerwezens terug
naar de bodem van mijn hart
in het oog ervan laait de haard
waar amoebes zich warmen
gloeiende moeitesintels
vinden slim troostend toegang
tot kruin en onderbuik terwijl
vrijpostig opent de natte huid
van inspanning haar poriën voor
schroeiende overgave
nergens eindigt de gewisheid
dat louter kracht is deze
vreemde vleesvracht.
GELOFTE
Wat is ons reële aandeel
in dit oorzaakloos orgastisch
smeltspel
levert alle inbreng niet veel
te trots bewijs van
veel te overbodig zijn – nee
lang genoeg hield jij je schuil
in de laffe loges van
lichaamsvreemde afheid
dharmadruppel-ordelid,
plooi je dorstige lippen rond
het oceanisch ambacht
dan zal de goede vorst
jouw prille pogen
opgelucht bekrachtigen.
Bron: Gedel
Foto: Metropolitan
◄║►