Dharmoebe

Vraag: Wat is de geest?

Antwoord: We geven veel betekenissen aan dit woord. Maar “de geest” is altijd een groot probleem geweest voor ons mensen: wat is geest en wat is lichaam?
Is het iets materieels, of zijn het twee dingen – of zijn ze identiek?
Maar in het boeddhisme zijn geest en lichaam twee kanten van een en dezelfde realiteit.

Vraag: Wat betekent het gezegde: “Alles is bewustzijn”?

Antwoord: “Alles is geest [bewustzijn]”. De geest omvat alles, dit is hoe wij het zien. De geest is waarom we waarde hechten aan ieders individuele verwerkelijking of nirvana of geluk.
Dat wil zeggen: geluk moet mogelijk zijn voor ieder van ons.

We spreken hier niet enkel op een wetenschappelijke manier over de geest. Als we “geest” zeggen dan is die geest íemands geest: mijn geest of jouw geest, of de geest van iemand die waarde hecht aan zijn eigen leven.
Daaruit volgt dat die geest ook allerlei problemen omvat die hij zal waarnemen of waarmee hij te maken heeft. Voor hem is zijn geest zijn hand bijvoorbeeld, of zijn kamer, zijn gezin, zijn land – omdat zijn geest zich bezighoudt met mensen, met zijn gezin, met zijn lichaam.

In deze zin, de religieuze zin, zijn geest en lichaam dus één.

Voor wetenschappers echter is de geest een functie, een of andere functionaliteit, een of ander te onderzoeken object.
Maar voor ons is het het meest cruciale punt [in ons bestaan]: elk probleem van ieder mens is de geest.
Zie je hoe dit verschilt van elkaar?

We hebben het dus over de geest van elk mens. Ik praat over mijn geest, en jij bent aan het luisteren hoe je geest het heeft over jouw geest, niet over de geest van een willekeurig iemand.

Zo kun je begrijpen dat die geest alle problemen omvat die jij hebt. Zonder geest is er geen probleem. Zonder “jou” is er geen probleem. Maar omdat er een “jij” is heb je problemen.

Dus wát de geest ook mag zijn, groot of klein, het probleem dat ons bezighoudt is de geest.

Bron: Shunryu Suzuki roshi,
fragment uit dharma-talk 30/7-1965 (pdf).

Een monnik vroeg: “Wat is datgene dat spiritueel is?”
De meester zei: “Een plas pis in het Zuiver Land.”
De monnik zei: “Zou u mij dat kunnen laten zien.”
De meester zei: “Breng me niet in de verleiding!”

Bron: Green, James:
The recorded sayings of Zen master Joshu.
Boston 1998, p. 32.

◄║►

Meester Yunmen betrad de dharma-zaal om een reguliere onderrichting te geven.
Hij zei:

“Elk mens bezit van oorsprong het schitterend licht – maar kijk je ernaar, dan zie je het niet: donker en onpeilbaar!”

Met die woorden verliet de meester zijn zetel.

Tekst: App, Urs (vert.): Master Yunmen;
from the record of the Chan Teacher “Gate of the Clouds”.
New York 1994, p. 154.
Afbeelding: Garudabooks

◄║►

◄║►