De os die door mij wordt verzorgd heeft geen stal om in of uit te gaan. Struinend door het geurige gras toont hij de tint van zijn vacht.
Hij vertrekt in de ochtend, op niemand’s bevel, komt terug in de avond, door niemand genodigd. Niets kan zich meten met zijn kracht; hij draagt hoorns, maar geen tuig.
Is er geen hoeder, dan loopt hij vrij rond, wordt hij geleid, dan volgt hij gedwee. Er zijn geen vernielde velden in het land, de os onderhoudt al die plekken.
Zodra iemand hem gaat zoeken verdwijnt hij aan de horizon. Teruggebracht lijkt hij op ieder van jullie. Ik vraag jou: is het je duidelijk of niet?
Gedicht van zen-leraar Dongshan Chu (gest. 900), in: Dahui: Treasury of the Eye of True Teaching; classic stories, discourses, and poems of the Chan tradition. Boulder 2022 (vert. Cleary, Thomas), p. 266.
Afbeelding: Loori, John Daido: Riding the Ox Home: Stages on the Path of Enlightenment. Boulder 2022, p. 42.
Als het zelf [ego] werkelijk bestond… …zou het niet mogelijk zijn dit [egoïsme] los te laten.
Khenchen Thrangu Rinpoche in: Asanga and Maitreya: Distinguishing Dharma and Dharmata by Asanga and Maitreya. Delhi 2001, p. 19
Dit menselijke, wereldse bestaan is een leerruimte, een bewustwordingsgelegenheid. Hier leren we steeds beter (= bewuster) omgaan met de functionele zintuiglijkheid van alle wereldse en persoonlijke omgevingen.
Bovendien: ons hart is in staat zich te openen voor universele, wetmatige beleving. We leren ons te verbinden met álle levensvormen: de identiteit van een gesloten menszijn wordt vervangen door synchrone, gelijkwaardige verbondenheid.
Vervolgens leren we gaandeweg de meer verfijnde, existentiële betovering beseffen van samsara. Dit zijn de bedrieglijke en onechte, zelf veroorzaakte bestaansprocessen en belevingsvormen van helse, dierlijke, menselijke of goddelijke aard.
Tenslotte is er de vierde rijping: het je bevrijden van elk soort gehechtheid of stollingstendens, hoe subtiel dan ook. Dit laatste is de realisatie van leegte, d.w.z. kloppende en consequent belichaamde visie. In traditionele termen heet dit: het inzicht in het niet ontstaan der dingen (anutpattika-dharma-kshanti).
De zesde patriarch, Huineng, zei tijdens een samenkomst: Goede vrienden, laat ieder van jullie je geest zuiveren en luisteren naar mijn onderricht.
Je eigen geest is Boeddha – twijfel niet langer daaraan. Er is niets buiten jezelf dat je als werkelijkheid kunt vaststellen. Alles is enkel de geestesgrond van hartsbewustzijn waarin allerlei dingen verschijnen.
Daarom zegt de soetra: “Wanneer gedachten worden geproduceerd, worden er talloze dingen geproduceerd; wanneer gedachten verdwijnen, verdwijnen de talloze dingen.”
Wil je de wijsheid van alwetendheid ontwikkelen, realiseer dan de eenheidsconcentratie, de eenheidsbeoefening.
Als je je niet laat grijpen door willekeurig welke verschijnselen, dus geen afkeer of aantrekkingskracht opvat voor een van die verschijnselen, en geen begeerte of afwijzing ervaart, niet denkt aan zulke dingen als voordeel, vervulling of verlies, en je in vrede, kalm, open en ruimhartig blijft, dan wordt dit genoemd de eenheidsconcentratie.
Als jouw zuivere, enkelvoudige, directe geest – overal waar je bent, of je nu loopt, staat, zit of ligt – zich niet verwijdert van de plek van verlichting [bodhimanda] en daadwerkelijk een zuiver land tot stand brengt, dan wordt dit genoemd de eenheidsbeoefening.
Wanneer mensen beschikken over deze twee concentraties, dan is het alsof de aarde beschikt over zaden die hun kiemkracht kunnen opslaan, ontwikkelen en vervolmaken. Eenheid en ook eenheidsbeoefening zijn hiermee te vergelijken.
Deze onderrichting van mij is als een welkome regen die de aarde bevochtigt. En jullie boeddhanatuur is als zaad: zodra het wordt bewaterd, gaat het ontkiemen.
Wie mijn onderricht herkent, zal zeker verlichting bereiken. En wie mijn oefenpraktijk tot leidraad neemt, kan zeker zijn van de sublieme uitkomst.
Bron: Dahui (vert. Cleary, Thomas): Treasury of the Eye of True Teaching; classic stories, discourses, and poems of the Chan tradition. Boulder 2022 , p. 287
Waar water, aarde, vuur en lucht geen vaste voet vinden, vandaar keren de stromen om. Daar cirkelt de cirkel niet meer.
Een uitspraak van Shakyamuni Boeddha, als motto gebruikt van het boek Dharmium.
Bron: Breet, Jan de & Janssen, Rob: Samyutta Nikaya – De verzameling van thematisch geordende leerredes, deel 1. Rotterdam 2009, p. 67. Zie ook: Aldus sprak de Boeddha, p. 195 en 196.
Een bekende tekst uit de zen-traditie waarin dit thema centraal staat is Sengcan’s ‘Vertrouwen in bewustzijn‘:
De grote weg is niet moeilijk voor wie geen voorkeur kent…
De waarde van onthechting – geen houvast – wordt in de Tibetaanse traditie mooi geformuleerd via ‘Parting from the four attachments‘:
Gehecht aan het zintuiglijk bestaan, ben je geen beoefenaar.
Gehecht aan samsara, bezit je geen innerlijke vrijheid.
Gehecht aan een zelf, is er geen bodhicitta.
Gehecht aan wát dan ook, is er geen visie.
» HIER een uitgebreidere versie van deze laatste tekst.
Meester Longya [835-923, leerling van Dongshan Liangjie] zei tijdens een bijeenkomst:
“Mensen die het mysterie onderzoeken, moeten boeddha’s en patriarchen achter zich laten om het kunnen begrijpen. Zoals meester Dongshan zei: ‘Enkel zodra de verbale onderrichtingen van de patriarchen en boeddha’s voor jou als gezworen vijanden zijn, kun je zinvol onderzoeken.’ Zolang je die niet achter je kunt laten, laat je je beduvelen door de patriarchen en boeddha’s.”
Een monnik vroeg toen: “Hebben de patriarchen en boeddha’s de intentie om mensen voor de gek te houden?” Hij zei: “Vertel me eens, hebben rivieren en meren de intentie om mensen te hinderen?”
Hij zei ook: “Rivieren en meren hebben niet de intentie om mensen te hinderen, maar als men op enig moment niet kan oversteken, blijken rivieren en meren mensen te kunnen hinderen. Dus je kunt niet zeggen dat rivieren en meren mensen niet hinderen.
Zo ook hebben patriarchen en boeddha’s niet de intentie om mensen voor de gek te houden, maar omdat mensen op dat moment hen niet loslaten, blijken patriarchen en boeddha’s mensen te kunnen bedonderen. Dus je kunt niet zeggen dat patriarchen en boeddha’s mensen niet voor de gek houden.
Als iemand patriarchen en boeddha’s achter zich kan laten, is die persoon niet langer gebonden aan patriarchen en boeddha’s. Pas dan beseft men de intentie van patriarchen en boeddha’s en is men hetzelfde als transcendente [lees: ontwaakte] mensen. Als je hen niet hebt losgelaten en enkel boeddha’s bestudeert en patriarchen zoekt, dan zul je er in een miljoen jaar nooit uitkomen.”
De monnik vroeg toen: “Hoe voorkom je dat je beduveld wordt door patriarchen en boeddha’s?”
Hij zei: “Je moet de Weg eenvoudigweg zelf realiseren.”
Dahui (tr. Cleary, Thomas): Treasury of the Eye of True Teaching; classic stories, discourses, and poems of the Chan tradition. Boulder 2022, p. 365.
Daoyuan [tr. Randolph S. Whitfield]: Records of the Transmission of the Lamp, vol. 4. Hamburg 2017, p. 205.
Het boek Dharmium is in 2019 verschenen bij uitgeverij Asoka in een groot, gebonden formaat; 347 pagina's. Ook verkrijgbaar in de reguliere boekhandel. ISBN: 9789056703929.
Het boek Een betrouwbaar pad is in 2022 verschenen bij uitgeverij Asoka in een groot, gebonden formaat; 120 pagina's. Ook verkrijgbaar in de reguliere boekhandel. ISBN: 9789056704261.