Asanga, 4e eeuw (bron: Pinterest)
In een canoniek geschrift, daterend uit de 5e eeuw en lange tijd in kleine kring verspreid, opent mahayana-leraar Asanga zijn onderricht aldus:
Er is iets dat we bewust volledig moeten loslaten,
en er is iets dat we rechtstreeks moeten inzien. [1]
Het eerste ‘iets’ verwijst naar de karmische factoren die ons gevangen houden in conditionering (de 5 skandha-geledingen en de 12 pratitya-schakels).
Het tweede ‘iets’ verwijst naar de vormloze aard van onze geest, dus naar de ware aard van de werkelijkheid (‘zodanigheid’).
Asanga geeft hiermee te kennen dat de realisatie van transcendente wijsheid [2] twee dingen van ons vraagt:
1/ Erken allereerst dat jouw toestand – geconditioneerd – niet voldoet.
Er is iets [conditionering] dat losgelaten moet worden.
Hoe? Volledig.
2/ Erken tegelijkertijd dat je leven – als potentieel – grondigst voldoet.
Er is iets [ware aard] dat ingezien moet worden.
Hoe? Rechtstreeks.
ad 1: Als we de onaffe staat begrijpen waarin we verkeren, dan erkennen wij onze bestaande vervreemding en onechtheid; we kunnen eerlijk constateren dat we van alles nodig menen te hebben.
Dit verwijst naar de karmische conditionering die ons doet kleven aan ons lichaam en aan de objecten van ons waarnemen, een misleidend automatisme dat we volledig moeten loslaten.
ad 2: Als we onze menselijke oerstaat (intrinsiek potentieel, volheid) aanvaarden dan erkennen wij onze ware aard en begrijpen grondig dat we wezenlijk voorzien zijn en niets nodig hebben.
Dit verwijst rechtstreeks naar de dharmische beleving van ‘roerloos en geruisloos bewustzijn’, in het onderricht ‘leegte’ genoemd of ‘zodanigheid’ of ‘het ongeborene’.
[1] Maitreya; Asanga: Distinguishing Phenomena from Their Intrinsic Nature [Dharmadharmatavibhanga]. Boston 2013, p. 7
[2] De technische naam voor de beoefening van transcendente* wijsheid in de mahayana-traditie is prajna-paramita (de paramita [vervolmaking] van prajna [wijsheid]), een sleutelbegrip uit de Prajnaparamita-soetra’s waarin ‘leegte’ (shunyata, een synoniem voor zodanigheid, tathata) een centrale rol speelt.
* Wat is transcendentie?
Het is vertrouwd zijn met de vormloze aard en met het oplossend vermogen van waarheid; op basis daarvan kan ik de directe volheid van het leven ervaren.
(Bron: Dharmium; serum van wijsheid. Asoka 2019, p. 23)
Hier een citaat van Yuanwu uit koan-verzameling De blauwe rots (Cleary, Thomas & Cleary J.C.: The Blue Cliff Record (Hekigan Roku). Boston 1992, p. 18):
‘De bedoeling [van alle oefenen] is dat je beseft dat er iets transcendents bestaat; het omvat hemel en aarde maar het kan niet gegrepen worden.’
En van zen-leraar Zibo (1543-1604) is het volgende vers (Cleary, J. C.: Zibo; the last great Zen master of China. Berkeley 1989, p. 54):
Als je beseft dat er niets
anders bestaat dan geesteswerking,
wordt in tegenslag of voorspoed
al wat gebeurt jouw leraar.
» zie ook: Bodhisattva-meditatie (Asanga)
◄║►