Wil je het boeddhisme of zen leren kennen dan moet je wereldse verlangens opgeven en beseffen dat het zinloos is iets te zoeken in wereldse verlangens. Maar het is misschien niet zo eenvoudig om te beseffen dat het onzinnig is om wereldse verlangens na te streven.
Mensen vermengen soms de religieuze geest van onderzoek met wereldse verlangens. Zij denken dat zij op zoek zijn naar een waarheid of een religieuze waarheid, maar feitelijk zijn zij onder het mom van religie op zoek naar de vervulling van wereldse verlangens. Er is een groot verschil tussen religieus gevoel en wereldse verlangens – al lijken die soms op elkaar. Met wereldse verlangens bedoel ik het zoeken naar roem of winst.
Als je iets begrijpt over boeddhistische filosofie of over het onderricht van het boeddhisme, dan maakt jou dat misschien erg trots. Misschien heb je een diep inzicht of een bijzondere kijk op het leven. Anderen bestuderen slechts dingen die niet zo diepzinnig of moeilijk zijn en dan zeg jij misschien: ‘Jij zit ernaast: mijn inzicht is het juiste. Kijk maar, Boeddha zegt dit zo en zo. Dit is het juiste inzicht in het leven.’
Maar kijk eens naar jouw geest als je zoiets zegt. In jouw geest bevindt zich enkel trots en geen mededogen of vriendelijkheid. Je bent gewoon trots op iets, dat is alles. Op deze manier haal je de bestudering van het boeddhisme en van wereldse verworvenheden door elkaar. Als je het boeddhisme bestudeert respecteren de mensen je natuurlijk.
En als je iets uitzonderlijks zegt, dan zeggen de mensen misschien: ‘Hij is geweldig.’ En als jij zen beoefent zal men jou respecteren. Maar het gaat om de intentie die jij koestert. Het is verkeerd om erg trots te zijn op jezelf. Dan ben jij geen leerling van het boeddhisme. En zelfs al heb je wellicht enig gezag, als je trots wordt op jouw inzicht of jouw oefenen zullen de mensen genoeg krijgen van je. En dan zul je erg ontmoedigd raken en zeggen: ‘Maar ik beoefen toch zen?’ Dat is behoorlijk dwaas.
(Originele audio + tekst: 22 april 1967)
» HIER audio-onderricht inclusief tekst
van Suzuki-roshi uit 1965.
◄║►