In zijn Onderrichting over Gemoedsrust zegt de grote leraar Bodhidharma:
Wanneer mensen begoocheld zijn, dan volgen zij de dingen; wanneer mensen bevrijd zijn, dan volgen de dingen hen.
Ben je bevrijd, dan wordt vorm geabsorbeerd door bewustzijn; ben je begoocheld, dan wordt bewustzijn geabsorbeerd door vorm.
Zolang je bewuste beoordeling hanteert om relatieve waardebepalingen te maken over de directe beleving van je eigen geest, is dit allemaal droomspul.
Is de bewuste geest stil en treden er geen gedachten op, dan noemt men dit waarachtig gewaarzijn.
Wat is de eigen geest rechtstreeks beleven?
Neem je waar dat alle dingen bestaan, dan is hun bestaan geen bestaan zelf: je eigen geest stelt zich hun bestaan voor.
Neem je alle dingen waar als niet-bestaand, dan is hun niet-bestaan geen niet-bestaan zelf: je eigen geest maakt een beeld van hun niet-bestaan.
Dit geldt voor alles – elke keer is het je eigen geest die er iets bestaands of iets niet-bestaands van maakt.
Verder: zelfs als mensen allerlei kwalijke dingen hebben gedaan, zodra zij eenmaal de spirituele heerser zien in zichzelf, zullen zij bevrijding vinden.
Degenen die bevrijd worden via actuele gebeurtenissen, beschikken over stevige kracht. Degenen die het onderricht zien te midden van actuele gebeurtenissen, verliezen nooit hun aandacht, wáár zij zich ook bevinden.
Degenen die hun inzicht ontlenen aan geschriften, zijn zwak. Degenen die geen verschil ervaren tussen het onderricht en de actuele gebeurtenissen, zijn diep.
Ongeacht wat je doet – springen en dansen, of struikelen en vallen – niets ervan bevindt zich buiten het domein van de werkelijkheid. Iemand die het domein van de werkelijkheid probeert te gebruiken om het domein van de werkelijkheid te betreden, is een dwaas.
Alles wat je doet vindt nooit plaats buiten het domein van de werkelijkheid. Waarom? Omdat bewustzijnswerking zélf het domein van de werkelijkheid is.
Wereldlijke mensen bestuderen allerlei vormen van wetenschap – waarom realiseren zij geen verlichting? Omdat zij zichzelf zien – dat is waarom zij geen verlichting bereiken.
‘Zichzelf’ wil zeggen het ego; vervolmaakte mensen raken niet van slag wanneer zij lijden ervaren, en zij zijn ook niet verrukt als zij iets aangenaams ervaren, want zij zien zichzelf niet.
Plezier of pijn baart hen geen zorgen omdat zij zelveloos zijn en daardoor ultieme leegte realiseren.
Wanneer er zelfs geen zelf is, wat is er dan nog dat niet verdwijnt?
Als alle dingen leeg zijn, wie beoefent dan het Pad?
Zolang je een ‘wie’ hebt, moet je het Pad beoefenen. Maar is er geen ‘wie’, dan hoef je het pad niet te beoefenen. ‘Wie’ is het ego; als je egoloos bent, creëer je geen onderscheid in het omgaan met de dingen.
Wanneer je iets bevestigt als zus of zo, dan is dat jouw bevestiging; het zegt niet dat iets zus of zo is.
En wanneer je iets ontkent als niet zus of zo, dan is dat jouw ontkenning; het zegt niet dat iets niet zus of zo is.
Zolang je onbevangen blijft zelfs als er aandacht heerst, dan beschouwt men dit als realisatie van boeddhaschap.
Neem je de dingen rechtstreeks waar zonder oordeelsvorming, dan heet dit het realiseren van de Weg. Iemand die bij ontmoeting met de dingen rechtstreeks de bron ervan waarneemt, is iemand wiens wijsheidsoog geopend is.
Wijzen mensen laten elk ding zijn zoals het komt, maar niet zichzelf; daarom kennen zij geen grijpen en verwerpen, geen tegenstand en instemming.
Dwaze mensen laten zichzelf zijn zoals het komt, maar niet de dingen; daarom krijgen zij te maken met grijpen en verwerpen, tegenstand en instemming.
Geen enkel ding zien, noemt men de Weg zien; geen enkel ding beoefenen, noemt men de Weg beoefenen.
Wanneer je één bent op alle plekken, dan heb je geen plek; als je één bent met alle activiteiten, dan onderneem je geen activiteit.
De niet-strevende staat is Boeddha zien.
Wie naar verschijnselen kijkt, ziet overal fantomen.
Door aan verschijnselen te hechten val je in de hel; maar respecteren van de werkelijkheid schenkt je bevrijding.
Een conceptualiserende geest ervaart de dingen alsof ze kokend water en brandende kolen zijn: je bent dan getuige van het komen en gaan van geboorte en dood.
Maar zie je de aard van het universum, dan is dit de aard van nirvana. Wie geen conceptueel denken hanteert, beleeft de aard van het universum.
De geest bezit geen materie, dus is het geen vorm van bestaan; maar hij functioneert wel, dus is het geen niet-bestaan.
En in zijn functioneren blijft de geest altijd leeg, dus is het geen bestaan; maar leeg functioneert hij onophoudelijk, dus is het geen niet-bestaan.
Dahui: Treasury of the Eye of True Teaching;
classic stories, discourses, and poems of the Chan tradition.
Boulder 2022 (vert. Cleary, Thomas), p. 155-156
◄║►