Vertrouwen in bewustzijn (Sengcan)

Een klassieke tekst van Sengcan (6e eeuw),
de derde zen-patriarch.

De Grote Weg is niet moeilijk voor wie geen voorkeur kent.
Vrij van afkeer en verlangen, verschijnt de Weg helder en duidelijk.
Maar zelfs het geringste onderscheid werpt hemel en aarde ver uiteen.
Wil je de waarheid zuiver zien, laat meningen dan voor wat ze zijn.
Vasthouden aan graag en niet graag is de kwaal van de geest.
Als je de diepte van de oorsprong niet ziet, ondermijnt dit je gemoedsrust.
De Weg is volmaakt als de ruimte, waar gebrek noch overdaad heerst.
Onze neiging tot kiezen verhindert ons dit in te zien.

Streven naar uiterlijk of innerlijk veroordeelt ons tot gebondenheid.
Zie gerust hoe alles Een is, en de denkbeelden zullen verdwijnen.
Want pogen om de beweging te stoppen, zal jou in beweging zetten.
Blijf je dralen in dualisme, dan blijft eenheid onbekend.
En ken je deze eenheid niet, dan raak je verstrikt in conflicten.
Het ontkennen van de werkelijkheid is een bevestiging ervan.
Maar door de werkelijkheid te bevestigen, ontken je zijn ware aard.
Hoe meer je praat en denkt, hoe verder je van de waarheid bent.
Laat woord en gedachte varen, en iedere plek zal de jouwe zijn.

Keer terug tot de oorsprong zelf, en alles vindt zijn zin.
Jaag je verschijnselen na, dan verlies je de Bron uit het oog.
Verlichting betekent verder gaan dan leegte of vorm.
Alle veranderingen in deze lege wereld geschieden uit onwetendheid.
Ga niet op zoek naar de waarheid, laat alleen je meningen varen.
Verwijl niet in dualisme, vermijd elke hang ernaar.
Elk spoor van goed en kwaad brengt de geest in verwarring.

Het Ene maakt dualiteit mogelijk, maar laat zelfs dit Ene varen.
Als de Ene geest niet verstoord wordt, is er niets dat aanstoot kan geven.
En is er niets om aanstoot te geven, dan vallen alle hindernissen weg.
Als elk voorwerp van gedachte verdwijnt, valt de denker zelf weg.
Want dingen zijn dingen vanwege de geest, zoals geest geest is vanwege de dingen;
deze twee zijn louter betrekkelijk; beide zijn in feite leeg.
In leegte zijn ze niet twee, toch zijn alle vormen erin vervat.
Als dit en dat niet langer gelden, hoe kan men dan een kant kiezen?

De Grote Weg is onbegrensd, en gaat gemak en moeite te boven.
Kortzichtigen zijn bang en besluiteloos, hun jachtige haast remt hen.
In zoverre je gehecht bent, zul je steeds weer blijven dwalen.
Laat los, en alles gaat zijn gang.
Het Wezenlijke blijft noch vertrekt;
zie de ware aard der dingen, en je bewandelt de Weg, vrij en ongestoord.

Maar wie zich bindt aan denken, vindt verwarring en onduidelijkheid.
Deze zware last bedrukt je – waarom blijf je toch oordelen?
Wil je het edelste Pad bewandelen, verwerp dan ook de zintuigen niet.
Want in al zijn volheid is de zintuiglijke wereld verlichting.
De wijzen streven geen doeleinden na, maar onwetenden ketenen zich.
De Ene Weg kent geen verschil, maar dwazen klemmen zich aan dit en dat.

De Grote Geest te zoeken via het denken is een ernstige vergissing.
Uit de kleine geest komen rust en onrust, maar de verlichte geest gaat beide te boven.
Begoocheling brengt dualisme voort, dromen als bloemen in de lucht;
vanwaar de moeite ze te grijpen?
Winst en verlies, goed en fout, maak er voorgoed een einde aan.
Wanneer je niet langer slaapt, zullen alle dromen vanzelf verdwijnen.

Als de geest geen onderscheid maakt, zijn alle dingen zoals ze zijn: Een.
Het ontdekken van deze verborgen Bron bevrijdt ons van verwikkeling.
Beschouw je alles met “gelijke Geest”, dan keer je terug tot je Eigen-aard.
Deze enkele geest gaat direkt alle reden en vergelijking te boven.
Stop “beweging”, en er is “geen-beweging”; stop “rust”, en er verschijnt “geen-rust”.
Houden rust en geen-rust op te bestaan, dan verdwijnt zelfs Eenheid.
Dit uiterste einde kent geen wet en verdraagt geen omschrijving.

Gaat de enkelvoudige geest samen met de Weg, dan eindigt ieder egocentrisch streven.
Twijfel en verwarring verdwijnen, en diep vertrouwen doordringt ons leven.
Er is niets dat ons aankleeft en niets dat men achterlaat.
Alles onthult zichzelf, leeg en helder, zonder geesteskracht te beproeven.
Gedachten bereiken deze staat niet, gevoelens zijn hier vruchteloos.
In deze ware wereld van Leegte zijn er geen “zelf” en “ander” meer.
Ga je deze ware lege wereld binnen, bekrachtig dan onmiddellijk “niet-twee”.
In dit “niet-twee” is alles gelijk, niets uitgesloten of gescheiden.
Wijzen van alle tijden ontwaken in deze absolute waarheid.

De Weg gaat alle tijd en ruimte te boven, een ogenblik is tienduizend jaar.
Niet alleen hier, niet alleen daar, de waarheid ligt precies voor je neus.
Onderscheid van groot en klein is niet langer van belang nu.
Het grootste is tevens het kleinste, grenzen kent men hier niet meer.
Wat er is, is er niet – wat er niet is, is er.
Als dit je nog niet duidelijk is, ben je nog ver van de waarheid.
Een is alles, alles is een – weet dit, en alles is volmaakt.

Wanneer men vertrouwen en bewustzijn niet scheidt,
en bewustzijn en vertrouwen verbonden zijn,
schieten alle woorden tekort.

Hier is er geen gisteren,
geen morgen,
geen vandaag…

Bronnen:
• Suzuki, D.T.: Manual of Zen Buddhism. Grove Press 1960
• Ferguson, A.: Zen’s Chinese heritage; the masters and their teachings. Wisdom Publications 2000
• Conze, E.: Buddhist texts through the ages. Shambhala 1990

◄║►